Van 1 december tot 1 maart geldt een mondkapjesplicht in publieke binnenruimtes. De overheid ziet winkels als publieke binnenruimte en verleent zichzelf daarmee het recht om in de winkel te controleren op naleving van deze plicht. Als winkel zijn wij niet verantwoordelijk voor de handhaving en wij zullen dan ook geen enkele vorm van controle toepassen. Komt u bij ons boodschappen doen en draagt u geen mondkapje, dan riskeert u een boete van het openbaar gezag.

Sinds het uitgaan van het “dringend advies” om een mondkapje in publieke binnenruimtes te dragen, hebben wij aardig wat tumult meegemaakt. Een aantal klanten heeft zich uitgesproken tegen onze neutrale positie. Des te meer klanten hebben laten weten dankbaar te zijn dat wij het zo gedaan hebben – en deze dankbare klanten zijn lang niet allemaal complotgekkies en corona-ontkenners. Het dankbare geluid heeft ons gesteund in onze keuze om uit te blijven gaan van de individuele verantwoordelijkheid, het individuele beoordelingsvermogen en de oproep tot onderling respect. De weg die wij vanaf heden moeten bewandelen, kan dan ook alleen maar gebaseerd zijn op bovenstaande waarden. Het is een enorm zoeken, afwegen en inschatten van risico’s. De uitkomst kan echter nooit een beleid zijn waar wij niet achter staan.

Mondkapjesplicht

Het nieuws dat de mondkapjesplicht “erdoor” was, sloeg bij sommigen in als een bom; een persoonlijk verlies van (een grondrechtelijke) vrijheid en autonomie. Zo voelt het in elk geval voor mij persoonlijk. Tegelijkertijd zijn er veel mensen die gemakkelijker omgaan met deze maatregel en er niet gestresst van raken. Daar ben ik blij voor. Een deel van onze medewerkers heeft er erg veel moeite mee. Ik heb al zoveel verhalen gehoord van winkelmedewerkers die vermoeid en benauwd raakten of te maken kregen met hoofdpijn dat ik zeker weet dat urenlange diensten met een mondkapje op geen sinecure zijn. Dat is onvergelijkbaar met een kwartiertje of half uurtje boodschappen doen. Voor de gezondheidseffecten van het mondkapjesgebruik is vrijwel geen aandacht, terwijl die er zo evident wel zijn. Die plicht kan dus niet lichtzinnig opgevat worden.

Hieronder geef ik zo ondubbelzinnig mogelijk weer wat de juridische context is van de mondkapjesplicht en hoe wij in die context onze neutraliteit willen bewaken.

– De mondkapjesplicht geldt in “publieke binnenruimtes”. Het kabinet heeft winkels als voorbeeld genoemd van publieke binnenruimtes.

– Door onze winkelvloer als publieke ruimte te bestempelen, rekent de overheid zichzelf de verantwoordelijkheid toe voor de handhaving van eventuele maatregelen.

– In een publieke binnenruimte riskeert u een boete van € 95,00 als u geen mondkapje draagt. Deze boete is zo gekozen dat hij net onder het minimum van € 100,00 valt dat zou leiden tot een strafblad.

– Er is duidelijk aangegeven dat klanten zelf verantwoordelijk zijn voor het naleven van de maatregel en dus ook zelf risico dragen beboet te worden. Een eventuele boete is dan ook voor de klant en niet voor de winkel.

– Nergens is duidelijk gemaakt dat dit voor medewerkers anders ligt; vandaar dat wij ook medewerkers zelf verantwoordelijk houden voor het naleven van de maatregel. Het publiek gezag is verantwoordelijk voor de handhaving en niet de winkelier.

Kort gezegd: wij gaan zelf niet handhaven in de winkel, noch onder klanten, noch onder medewerkers. Politie en/ of buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) kunnen echter in de winkel komen controleren en boetes uitschrijven. Wie liever geen mondkapje draagt, dient dus zelf te bepalen of hij/ zij het risico op een boete wil lopen.

Los van de mondkapjes, hanteren wij onverminderd de volgende maatregelen in onze winkel:

– ventilatie;
– winkelwagentjes worden schoongemaakt;
– max. aantal personen tegelijk in de winkel is 68;
– spatschermen op diverse plekken;
– wij respecteren de 1,5 m.

Ruimte in de wet

In de diverse voorlichtingsmomenten en de officiële stukken van de overheid worden nog enkele mogelijkheden genoemd om uitgezonderd te worden van mondkapjesplicht.

– Een uitzondering kan worden gemaakt voor wie medische beperkingen heeft waardoor het niet mogelijk is om een mondkapje te dragen. Dit is niet nader gespecficeerd, dus lichamelijke klachten als gevolg van het dragen van een mondkapje kunnen hier ook toe gerekend worden. Voor enkele van onze medewerkers is dit aan de orde.

– Wie zit, hoeft niet per se een mondkapje te dragen. De mondkapjes zijn volgens het kabinet bedoeld voor de situatie waarin men langs elkaar heen beweegt en de 1,5 meter afstand in het geding komt. In onze winkel zijn diverse plekken waar zittend gewerkt wordt, bijvoorbeeld aan de kassa.

– Bij lange diensten – ook weer niet nader gespecificeerd door de overheid – kunnen medewerkers in overleg met de werkgever afspreken dat er geen mondkapje maar een gezichtsmasker wordt gedragen. Dit is een transparante kap die vast zit aan een band die je om je hoofd doet. De kap valt over je gezicht naar beneden toe.

Verder blijven we natuurlijk goed het nieuws volgen en kijken hoe onze collega-winkeliers met alle corona-maatregelen omgaan en ook hoe het publiek en het openbaar gezag daar op reageren. Hoe we het hierboven hebben beschreven, is op dit moment de vorm die we kiezen om met de maatregel om te gaan. Dat kan dus gerust nog veranderen als ook de maatschappelijke situatie verandert.

Tot slot

In de periode tussen 1 oktober en 1 december hebben we, na initiële spanningen en confrontaties, gemerkt hoe er geleidelijk een ontspanning kwam in de polarisatie tussen voor- en tegenstanders van het mondkapjesgebruik. Dat ervoer ik alsof een deel van de mensen meer berusting had gevonden in het gegeven dat er nou eenmaal gebruikers en niet-gebruikers zijn. Er ontstond een zeker mate van acceptatie en onderling respect. In de genoemde periode is ook veel informatie naar buiten gekomen over nut en noodzaak van mondkapjes, over het verloop van de “tweede golf”, over de werking van immuniteit en – zeer recent – over de twijfelachtige basis voor het testbeleid. Ondanks de duizelingwekkende aantallen “besmettingen” die het voorpaginanieuws bepaalden, werd ook duidelijk dat het aantal sterfgevallen en ziekenhuisopnames onvergelijkbaar is met dat in de periode maart-april, toen de echte epidemie gaande was. Ook dat heeft bijgedragen aan een iets minder gepolariseerde sfeer. In dat licht voelt de repressieve maatregel, die de mondkapjesplicht is, als een stap terug en worden de voorwaarden voor een respectvolle dialoog een klap toegediend.

Al met al vind ik de situatie persoonlijk heel zorgelijk. Ik kan de uitweg nog niet zien. In mijn korte loopbaan als (mede-) eigenaar van Nieuw Mos heb ik nog niet eerder zoiets ingrijpends meegemaakt waarbij de verantwoordelijkheid om een gedragen beleid te voeren zo zwaar op mij drukte als in deze crisis. Het is werkelijk onmogelijk om een beleid te kiezen waar iedereen het mee eens kan zijn. Welke weg we ook kiezen, er zullen heftige emoties komen – aan de ene kant of aan de andere. Het geeft mij ook nodige stress. Waar heb ik zelf en waar heeft een ander, die emotioneel geraakt is, het meeste behoefte aan in deze situatie? Ik denk nog steeds dat een begrip voor de ander als mens, een luisterend oor, respect voor iemands keuze, dat dat dingen zijn die ons kunnen helpen. Het veroordelen van elkaar leidt alleen maar … Nu goed, dat begrijpen jullie ook wel, denk ik.

Laten we de periode 1 december en verder nu samen tegemoet treden en vertrouwen op een keerpunt in de crisis, hoe ongewis dat nu ook nog is.

Veel wijsheid en ontspanning toegewenst, mede namens de andere eigenaren.

Hartelijke groet,
Joren Jacobs