Eindelijk is het zover: onze eerste podcast staat online! De podcast is het resultaat van de Duurzame Week van Nieuw Mos, waarin we startten met onze eigen “collegetour”. Jan Dirk van de Voort, de oprichter en mede-eigenaar van kaasboerderij Remeker, was bij ons te gast om te vertellen over hoe hij stapsgewijs zijn bedrijf verduurzaamd heeft. Op dit moment staat Remeker bekend als een van de meest duurzame boerenbedrijven met als product ook nog eens van de meest bekroonde kazen van Nederland.
Kopje koffie van Nieuw MOS Natuurvoeding

Joren Jacobs
Ondernemer bij Nieuw Mos

Bij het evenement waren ook klanten aanwezig. Een van hen, Arno Kanters, heeft een uitgebreid verslag geschreven. Hier licht ik een aantal hoogtepunten uit.

Duurzaamheid begint bij de pens
Hoewel Joren het gesprek begint door Jan Dirks bedrijf te omschrijven als een toonbeeld van duurzaamheid, vindt Jan Dirk het eigenlijk een sleets begrip. Het gaat veel meer om het totaal kunnen samenwerken met de natuur. Daar zijn grote stappen voor nodig waarvan je er niet één kunt overslaan. Dit gaat veel verder dan duurzaamheid.

Heel belangrijk hierbij is goede, gezonde weidegrond en dat begint weer bij een gezonde koe. Technisch gezegd: een gezonde koe moet pensgericht voer krijgen, grasgevoerd zijn zonder andere toevoegingen. In de technische veeteelt worden de koeien bijgevoerd met mais, krachtvoerbrokken en synthetische vitaminen. Dat voedsel is darmgericht en maakt dat deze koeien altijd diarree hebben. Een gezonde koe produceert mest die een zalfachtige structuur heeft en die alleen maar naar gras ruikt en niet naar ammoniak.

Een gezonde bodem heeft gezonde mest nodig van goed kwaliteit. Dus geen drijfmest maar potstal-mest. Deze potstal-mest wordt gevormd door vermenging met stro. Deze stro moet dan ook biologisch zijn zonder verontreinigingen. Dat betekent ook dat er niet geploegd mag worden, ook niet in de graanteelt. Alleen dan zal zich in de bodem een mycorrhiza netwerk vormen dat samenwerkt met de wortels van de weideplanten, hetgeen leidt tot een optimale nutriënten en vochtuitwisseling tussen deze organismen.

Economische duurzaamheid
Ook economisch is Remeker duurzaam; een proces van vele jaren, zelfs decennia. Omschakelen naar een dergelijk systeem vraagt echter een grote investering; het kan niet half. Veel andere biologische veehouderijen moeten nog behoorlijk wat aanpassingen doen om helemaal over te gaan naar de bedrijfsvoering zoals die van Remeker. Zo is ook Mariënwaerdt, waar Jan Dirk adviseert, volop met deze transitie bezig. De grote winst die uiteindelijk behaald wordt is niet alleen een verbetering van de kwaliteit van de kaas maar ook van de natuur en uiteindelijk een goedkopere bedrijfsvoering.

Sinds de stijging van de energiekosten ontstaat er een steeds groter verschil met de technische veeteelt die steeds duurder wordt door afhankelijkheid van de agro-industrie.

Remeker heeft geen onkosten voor kunstmest, geen dure bijvoeding met mais en brokken, er zijn geen kosten voor antibiotica en dierenarts, geen gebruik van ploegen en trekkers, enzovoorts. Zoals Jan Dirk zegt: “Ik heb nog geen onkostenrekeningen ontvangen van de wormen en de mestkevers op en in mijn land.”

Maatschappelijke vraagstukken
Een volgende vraag was: ”kan de biologische landbouw de wereldbevolking wel voeden?” Het antwoord van Jan Dirk is: “Het is een gegeven dat de opbrengst van de technische landbouw groter is maar de voedingswaarde is gering. Als men goede voeding krijgt heeft men minder voedsel nodig om toch goed gevoed te zijn.” Het zal nodig zijn om minder te exporteren en meer lokaal of regionaal af te zetten. Dit is dan ook het beleid van Remeker. Een zeer gering deel de kaas vertrekt naar het buitenland, ook al is er veel vraag naar.

En hoe zit het met de momenteel zo precaire discussie rondom uitstoot? Volgens de geldende rekenmethodes is boer Van de Voort een piekbelaster. Echter de stikstof in zijn stal is organisch gebonden aan het stro van de potstalmest en geen vrije minerale stikstof. Ter vergelijking: in kunstmest zit juist erg veel stikstof. Om kunstmest te maken hebben we 20% van onze landelijke gasvoorraad nodig. Alle emissie gaat naar het grondwater. 60% van de stikstof van kunstmest verdwijnt de lucht in door uitdrijving door het grondwater en 40% dood het mycorrhiza in de bodem. Een gezonde bodem heeft 7,5% opslag van organisch materiaal vooral CO2. Maar overal waar water blijft staan is de bodem dood.

Er zijn zo veel zaken die ertoe doen en waar we het niet over hebben. Politiek gezien wordt het helaas versimpel tot rekenmodellen over stikstof en CO2.

Actuele ontwikkelingen
Boer Jan Dirk heeft nieuwe grond kunnen verwerven op Landgoed Kernhem bij Ede. Daar is ruimte voor het houden van 20 koeien. Hij woont daar zelf ook en is bezig met begeleiden van 15 boeren in de provincie Gelderland die de transitie naar biodynamische veeteelt willen maken. Ondertussen wordt boerderij De Groote Voort (Remeker) nu gerund door de beide zonen van Jan Dirk. Peter houdt zich bezig met de koeien en de kaas en David houdt zich bezig met de samenstelling van en het leven in de grond. Een mooi project is dat men de heggen in het landschap rondom de weilanden wil terugbrengen ter verbetering van de biodiversiteit.

Daarnaast is er een bijzonder project van start gegaan op de Ginkelse heide, waar Jan Dirk landbouw gaat bedrijven in samenwerking met de natuur. Op deze grond gaat hij oude graansoorten laten groeien zoals Emmer en St Jansrogge. Dit doet hij samen met akkerbouwer/ecoloog Arjan van Buren. Hierbij wordt niet geploegd en blijft alles groen, ook in de winter. Tussen het graan mogen weer ouderwets veldbloemen en klaver groeien en rondom de akkers zijn brede randen met bloemen. Metingen hebben aangetoond dat het aantal insecten met sprongen vooruitgaat en de graanopbrengst omhoogschiet.

Het verkregen stro wordt gebruikt in de potstal en de granen worden gebruikt voor het maken van biologisch bier. Voorlopig bij een brouwerij in Amsterdam, maar er komt een nieuwe brouwerij in Ede goed voor 2000 liter. Nieuw bij de brouwmethode is het gebruik van melkwei, waar middels koken het eiwit uit is verwijderd. Deze wei vervangt het bij het brouwen te gebruiken water.

Kortom er is volop beweging en streven naar duurzaamheid, biodiversiteit en vooral gezondheid. Zoals boer Jan Dirk het gesprek afsluit: “Je gaat het nooit winnen van de natuur dus kun je er maar beter mee samenwerken.”

Arno Kanters & Joren Jacobs