In haar boek “Het Vrouwelijke en het Mannelijke in Balans” schrijft Ineke Verdoner over twee energieën die in organisaties, zoals een winkel, tot uitdrukking komen. Enerzijds is er het zachte, gelijkwaardige, organische en anderzijds het strakke, meer hiërarchische, die Ineke respectievelijk als feminiene en masculiene energieën bestempelt. Het ideeal aan de basis van Nieuw Mos (De Moswinkel) is eerder het gelijkwaardige en organische, maar in de prakijk stond –en staat– dit op gespannen voet met de behoefte aan strucuur, weten wie de baas is, afgebakende taakomschrijvingen et cetera. Naar aanleiding van de serie “Onvoltooide geschiedenis van Nieuw Mos”, in het Nieuw Mos Magazine, kwam Ineke in gesprek met Theo Jacobs, mede-oprichter van De Moswinkel en auteur van deze artikelenreeks.
Kopje koffie van Nieuw MOS Natuurvoeding

Joren Jacobs
Ondernemer bij Nieuw Mos 

Parallellen met de vrouwenbeweging

‘Toen ik jouw afleveringen las, in dit magazine, over het ontstaan van Nieuw Mos, trof het tijdsbeeld me zo’, vertelt Ineke. ‘Ik maakte ook van nabij de ontwikkeling van de natuurvoedingswinkels mee, maar was toen vooral actief in de vrouwenbeweging en schreef daar een boek over.’ Als vaste klant bij Nieuw Mos kende Ineke Theo van het begroeten en een praatje bij de kassa. Ineke had zojuist haar boek afgeleverd aan het Duurzame Warenhuis van Nieuw Mos en was heel blij dat het boek met de turquoise kaft daar nu lag, temidden van andere blauwgekleurde artikelen. Theo was meteen geïnteresseerd en schafte het boek aan; ze spraken af om het er nog eens over te hebben als hij het boek uit had. Een paar maanden later was het zover en troffen ze elkaar in het winkelcafé.

Theo en Ineke zijn leeftijdsgenoten, kort na de oorlog geboren en getuige geweest van een wereld die een andere draai nam na de oorlog in Vietnam, onder invloed van de hippiebeweging, studentenprotesten, krakers, de rellen eromheen en de opkomst van de vrouwenbeweging. In die tijd raakte Theo betrokken bij het ontstaan en de aandacht voor de biologische landbouw en hoe dat resulteerde in de eerste winkels; klein en heel lokaal. Ineke herinnert zich de houten kistjes waar het zeer beperkte assortiment groente, afkomstig van de boeren uit de omgeving, was uitgestald. De initiatiefnemers waren vooral idealisten, vonden elkaar in onderlinge uitwisseling. De Kleine Aarde werd een eerste “kenniscentrum”, waar expertise en experimenten bij elkaar kwamen.

De eerste winkels draaiden veelal op vrijwilligers en er vonden activiteiten plaats als kooklessen en informatiebijeenkomsten. Toen ecologie meer terrein won en de winkels meer ondernemingen werden, moest ook de bedrijfsvoering een formeler karakter krijgen. Dat was niet eenvoudig; binnen deze kleine wereld was er een soort afkeer van de bekende hiërarchische structuren en een wens om op basis van gelijkwaardigheid samen te werken. Ineke was van jongs af aan verbaasd over de wijze waarop vrouwen en mannen zich gedroegen en behandeld werden en hoe verschillend dat was. Ze werd zich er van bewust dat vrouwen en mannen niet gezien werden als gelijkwaardig aan elkaar.

In de vrouwenbeweging van de zeventiger jaren werd de ongelijke behandeling van vrouwen, in vergelijking tot mannen, een speerpunt. In de Vrouwenhuizen, die opkwamen in de grote steden, organiseerden enthousiaste vrijwilligsters met een paar centen gemeentelijke subsidie allerlei activiteiten. Met als doel vrouwen meer te betrekken bij de samenleving, ging het er vooral om vrouwen ruimte te bieden om samen te zijn en te praten over hun levens. De gemeente stelde als eis dat er een bestuur kwam en daarmee waren er ook de eindeloze vergaderingen waarin geprobeerd werd om iedereen tijd, ruimte en invloed te geven als er besluiten genomen moesten worden. Ook dit was een poging om de aloude hiërarchie te doorbreken.

Theo trekt direct de parallel met zijn eigen ervaringen: ‘Ik heb in veel groepen gewerkt en was gewoon op basis van “gelijkheid” samen te werken. Maar ze keken naar mij als “de baas” en ik moest hen steeds zeggen wat ze moesten doen en hoe en dat was niet mijn bedoeling.’ Zeker met de professionalisering van de winkel (zie de artikelenreeks “Onvoltooide Geschiedenis van Nieuw Mos” in het Nieuw Mos Magazine) werd dat zichtbaar. ‘Ik wilde ook geen speciale medewerkers, maar kijken wat er te doen is en dat samen doen, vanuit eigen verantwoordelijkheid. Maar dat bewustzijn was er nog helemaal niet. Mensen konden daar niet mee uit de voeten en dat is eigenlijk nog steeds zo’, vervolgt hij. ‘We leven nog in een cultuur van functieomschrijvingen –van loonslaven, zoals ik dat noem. Het samenwerken is nog steeds niet zoals ik dat graag zou willen en logisch acht. Geldstromen en de financiële verschillen die samengaan met functies hangen daarmee samen. Ik wil graag een meer vloeibare ordening, een organische verbinding met elkaar of het zoeken daarnaar.’

Dat sluit helemaal aan bij Ineke’s beeld van een andere balans tussen de feminiene en masculiene energie. Nu nog is het mannelijke, met nadruk op het denken, (organisatie-) modellen, gelijkvormigheid, strakke ordening en daarmee de oude indeling in hoog en laag, dominant. In de vrouwelijke energie –die ieder mens ook in zich draagt– staan het respect voor moeder Aarde, samenwerken in een zogenaamde platte structuur

en het samen verantwoordelijk zijn meer op de voorgrond. In de mannelijke ordening die de boventoon voert in de wijze waarop de meeste samenlevingen zijn ingericht, is het feminiene, het vloeibare, het zachte, het belang van de Aarde als onze levensbron, weggezet als niet of minder waardevol.

Terugkijken op je levenswerk

Zowel Theo als Ineke herkennen de norm dat mannen in hun leidinggeven niet “week” mogen zijn, maar strak-in-het-pak, dat vrouwen niet teveel moeten sturen, maar dat zij zich liever aanpassen en volgen. Al pratende komen ze op het woord “ferm” als niet hard, maar zacht doch krachtig en staan voor je principes. ‘Vrouwen hebben na de Tweede Feministische Golf hun plaats meer en meer ingenomen in de samenleving. Daarmee zijn we de eigen vrouwelijke energie, maar ook het mannelijke in onszelf, serieus gaan nemen. Met de extreem masculiene cultuur van dit moment, zie je ook meer mannen de stap zetten naar de zachtere waarden. Hart-gedreven wordt dat genoemd in de nieuwe mannengroepen. En precies dit hebben we als mensheid zo nodig voor onze samenwerking tussen vrouwen en mannen, tussen “hoog” en “laag”, tussen de oude en de nieuwe vormen die ontstaan. Dat is me heel dierbaar en ik ben heel dankbaar voor die ontwikkeling’, vult Ineke aan.

Toch gaat het de beide ondernemers nog niet snel genoeg. Ook de huidige tijd, waarin de maatschappelijke onrust zichtbaar en voelbaar is, vraagt om een ander evenwicht van de mannelijke en de vrouwelijke energieën, zodat de gelijkwaardigheid van en de verbinding tussen mensen centraal komt te staan in hoe we als samenleving –en hoe organisaties binnen die samenleving– kunnen transformeren.

Het boek ‘Het vrouwelijke & het mannelijke in balans’ van Ineke Verdoner is te koop in het Nieuw Mos Warenhuis.

Prijs: € 24,50